In het rondgaande baantje komt een aansluitspoor naar … (dat zien we later nog wel). Daarvoor moet dan ook een wissel gemaakt worden. Dit keer wordt het geen kant en klaar wissel of een compleet bouwpakketje. Deze keer wordt de wissel volledig zelf gemaakt. Aangezien dit de eerste keer is dat ik zo uit de losse pols een wissel in elkaar moet flansen is het ook gelijk maar het eerste om mee te beginnen. Het is nou eenmaal eenvoudiger om de rest van het spoor aan te sluiten op de wissel dan een wissel inmeten in een stuk spoor.
Als eerste wordt een puntstuk gemaakt. De basis hiervoor is een dun plaatje messing of beter gezegd messingfolie.
De uiteinden van twee stukjes spoorstaaf zijn zodanig doorgeslepen dat de punt gevormd kan worden. Deze stukjes spoorstaaf worden op het plaatje gesoldeerd. Daarna worden twee andere stukken spoorstaaf gebogen en in het verlengde van de spoorstaven van het puntstuk eveneens op het messing plaatje gesoldeerd.
De bielzen zijn aan de hand van de tekening van een eerder gebouwd wissel (uit een kitje) op de ondergrond gelijmd.
Het net gemaakte puntstuk is hierop met een paar railnagels vastgezet waarna de overige spoorstaven ook geplaatst kunnen worden. Helaas zitten er nog een paar kleine hoogteverschillen in. Om te voorkomen dat die later tijdens het rijden voor problemen kunnen zorgen worden de spoorstaven met isolerende verbindingsstukjes aan het puntstuk bevestigd waarna ze verderop met nagels op de bielzen worden vastgezet.
Met behulp van mallen worden de spoorstaven op de juiste onderlinge afstand van elkaar op de houten bielzen genageld.
Deze mallen kunnen met een schroef in de ondergrond worden vastgezet zodat de rails tijdens het spijkeren netjes op de juiste plaats blijven liggen.
Het wissel is een zogenaamde “stub”. Dit is een wissel zonder wisseltongen. In plaats daarvan wordt het aankomende spoor gebogen en zo recht voor de gewenste spoorstaven geplaatst. Alle rails rondom het puntstuk komen dus vast te liggen.
Voor het stellen van de wissel en het ompolen van het puntstuk wordt gebruik gemaakt van een schakelaar.
De hefboom van de schakelaar wordt verbonden met de stelbalk met daaraan de rails. De schakelaar zorgt er dan tevens voor dat de stelbalk als het ware vergrendeld wordt zodat de rails niet terugbuigen.
Als stelbalk wordt een stukje printplaat gebruikt waarop de spoorstaven gesoldeerd worden. Dit smalle stripje wordt opgesloten tussen twee bielzen.
Na wat passen, meten, uitsnijden, weer passen en aanpassen kan de wisselsteller op de plaats gelijmd worden en kunnen de rails aan de stelbalk gesoldeerd worden. Daarna worden de afbuigende rails netjes in lijn op hun plaats gezet en kan alles uitvoerig getest worden.